Baby Teddy

1/3/2018 - Blog

Soms staat het bewijs voor je zonder dat je het door hebt. Ik was naar Malawi afgereisd om met mensen te praten over tekortkomingen in het gezondheidssysteem in het land. Het duurde niet langer dan half uur nadat ik geland was op het vliegveld van Lilongwe voor ik al het eerste geval onder ogen kreeg.

Het was zaterdagmiddag, een onwaarschijnlijk tijdstip voor een file op het stuk van 20 kilometer tussen het vliegveld en de hoofdstad. Maar daar was het toch. De taxichauffeur die tot dan meegezongen had met de evergreens op de radio, draaide de motor uit. Hij was zichtbaar geïrriteerd. Deze file hoorde er niet te zijn.

En inderdaad: een horde mensen en een auto vol luidsprekers hielden het verkeer tegen. Met muziek en veel handgeklap. Door het open raam kreeg ik een flyer in de hand gedrukt. ‘Help baby Teddy overleven,’ stond erop.

De flyer legde uit dat baby Teddy urgent geopereerd moest worden, maar zijn familie had er geen geld voor. Er zou een fondsenwervend event komen; alle donaties waren meer dan welkom. Op de foto zag ik een lieve baby met grote, ernstige ogen naar de camera kijken.

‘Gaan ze genoeg geld verzamelen voor de operatie?’ vroeg ik aan de taxichauffeur.

‘O zeker,’ zei hij. ‘Dat soort campagnes lukken altijd.’

‘Het is dus gewoon dat mensen geld inzamelen voor een operatie?’

Hij haalde zijn schouders op, zette de radio opnieuw aan en begon weer met de evergreens mee te zingen. Duidelijk was het geen onderwerp om verder aandacht aan te besteden.

Maar ik bleef aan baby Teddy denken. Als je een beroep moet doen op individuele giften om het leven van je kind te redden, is er iets heel erg mis met het gezondheidssysteem. Je hoeft niet eens bij een organisatie voor mondiale gezondheid te werken om te begrijpen dat gezondheidszorg een mensenrecht is en toegankelijk zou moeten zijn voor iedereen, onafhankelijk van inkomsten.

Engagement

Kort daarna, nog steeds in Malawi, nam ik deel aan een mediaworkshop voor Malawiaanse en Tanzaniaanse gezondheidsjournalisten. Tijdens de lunchpauze sprak ik met een ervaren Tanzaniaanse journalist, die vertelde dat hij overgestapt was naar gezondheid uit frustratie met zijn eerdere focus, nationale politiek.

‘Je moest altijd partij kiezen, voor of tegen een bepaalde politicus. Zodra je over iemand schreef, werd je automatisch geschaard tot het tegenkamp. Ik denk dat ik meer kan bereiken als ik schrijf over gezondheid en de noodzaak om ons gezondheidssysteem te verbeteren.’

Verrast vroeg ik hem of hij zichzelf in de eerste plaats beschouwde als een journalist of een activist. Het was duidelijk geen pret om gekaapt te worden door een politicus en vervolgens geen toegang te krijgen tot een andere politicus. Maar hoe stond het dan met gezondheidsonderwerpen: was het nodig om daarin partij te kiezen of niet?

Hij nam een handvol rijst en vis en keek me dan lang aan.

‘Ik denk,’ zei hij langzaam, ‘dat ik een activist-journalist ben. Geëngageerd.’

Geëngageerde journalistiek, dat was precies de inzet van de workshop. Deze journalisten waren gecommitteerd om te berichten over gezondheid en de behoefte aan meer zorgpersoneel, meer financiering en beter beleid.

Afkomstig als ik ben uit een land waar journalisten nadruk leggen op hun objectiviteit en onafhankelijkheid van wie en waar dan ook, kon ik me alleen erover verwonderen hoe graag deze journalisten engagement onderschreven.

Hoe zouden ze over baby Teddy berichten, vroeg ik me af.

Gedeelde zorg

Een dag na thuiskomst uit Malawi keek ik naar een interview van de Spaanse televisie uit 1987 met Nicanor Parra, de Chileense eminent grise van dissidente poëzie, die kort geleden op 103-jarige leeftijd overleden is. Parra was ver vooruit zijn tijd – in poëzie, maar ook in zijn visie op de behoefte aan een milieuactivistich concept voor de toekomst van mensheid. Anno 2018 is het nauwelijks nog een vraag, maar 30 jaar geleden vond hij amper weerklank.

Zo stelt de Spaanse journalist hem allerlei vragen over engagement. Kan een dichter zich wel veroorloven om betrokken te zijn bij milieukwesties, terwijl er dictatuur heerst in zijn land en mensen in trossen verdwijnen? (De voor de hand liggende verwijzing was naar Pinochet, die toen nog aan de macht was.)

Parra kijkt naar de journalist, niet heel anders dan hoe de Tanzaniaanse journalist naar mij keek, en zegt:

‘Milieuactivisme betekent dat je rekening houdt met de hele planeet, en met de mensen daarin, niet als artefacten of materiaal, maar als mensen die in contact staan met natuur. Hoe zou ik geen milieuactivist zijn? Hoe zou ik dichter kunnen zijn als ik geen mens was die betrokken is bij de toestand waarin onze planeet verkeert?’

Misschien zou ik de Tanzaniaanse journalist op dezelfde manier moeten begrijpen: als journalist is hij bezorgd over het welzijn en de gezondheid van andere mensen. Hoe zou hij dan niets anders dan geëngageerd zijn?

Hoe zouden wij – als maatschappelijke organisatie – niets anders dan geëngageerd zijn?

Ontvang onze nieuwsbrief

  • instagram
  • linkedin
  • youtube