Investeren in mondiale gezondheid is investeren in Nederland
30/1/2024
- Nieuws
Vandaag debatteert de Tweede Kamer over de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. In de begroting staan forse bezuinigingen op de uitgaven aan mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR). Als Dutch Global Health Alliance (DGHA) willen wij er bij u op aandringen om af te zien van de voorgestelde bezuinigen. Investeringen in mondiale gezondheid zijn namelijk 1) bewezen effectief, 2) bij uitstek een gebied waarop Nederland expertise heeft en goed in is en 3) in Nederlands eigen belang.
De Dutch Global Health Alliance is een verband van 19 Nederlandse NGO’s op het vlak van mondiale gezondheid. Als alliantie waren we nauw betrokken bij de totstandkoming van de mondiale gezondheidsstrategie (2023-2023). Deze strategie werd op verzoek van de Tweede Kamer ontwikkeld en zal door uw commissie op 21 maart 2024 besproken worden. Om te kunnen komen tot een succesvolle uitvoering van de strategie zijn voldoende middelen voor mondiale gezondheid en SRGR van cruciaal belang.
1. Investeringen in mondiale gezondheid zijn bewezen effectief
Mede dankzij Nederlandse bijdragen aan mondiale gezondheidsfondsen (waaronder GAVI, Global Fund en GFF) hebben tientallen miljoenen mensen in lage- en middeninkomenslanden wereldwijd nu toegang tot malarianetten en hiv-medicatie, en kunnen kinderen gevaccineerd worden tegen veel voorkomende kinderziekten. Het Global Fund schat dat men met elke dollar die er geïnvesteerd wordt31 dollar aan gezondheids- en economische winst terugverdient. Datzelfde fonds redde sinds haar oprichting ruim 59 miljoen mensenlevens. In het verleden leidden investeringen in mondiale gezondheid bovendien tot de (bijna) volledige uitroeiing van pokken en polio, waardoor veel menselijk leed is voorkomen. Deze inspanningen, samen met mondiale investeringen in voeding, water en hygiëne en zorg zorgden voor een forse daling van het kindersterftecijfer. Het aantal kinderen dat stierf voor het bereiken van de 5-jarige leeftijd daalde in lage en middeninkomenslanden van 15% in 1980 tot 4,4% in 2021. De indrukwekkende verworvenheden waren ondenkbaar geweest zonder de investeringen van landen als Nederland in mondiale gezondheid.
2. Doen waar Nederland goed in is
Nederland heeft een sterke reputatie op het vlak van SRGR, mondiale gezondheid en in de Topsector Life Sciences & Health. Nederland was niet alleen een gidsland op het gebied van de mondiale hiv- en tuberculosebestrijding, maar draagt onmiskenbaar bij aan pandemische paraatheid en het tegengaan van antimicrobiële resistentie (AMR). AMR wordt gezien als een van de grootste gezondheidsuitdagingen met verstrekkende gevolgen voor de Nederlandse volksgezondheid. Dankzij de Nederlandse bijdragen aan de WHO en belangrijke financiers van gezondheidssystemen (Wereldbank en het Global Fund voor AIDS, TB, en Malaria) heeft Nederland een plek aan tafel om onze expertise in te brengen en mede-sturing te geven aan de mondiale gezondheidsinfrastructuur. Dit wordt internationaal ook erkend. Denk hierbij aan de Nederlandse rol als vice-voorzitter van het onderhandelingsteam (IND) van het pandemisch verdrag.
3. Investeren in mondiale gezondheid is in Nederlands eigen belang.
Investeren in mondiale gezondheid is belangrijk, juist ook vanwege het Nederlandse eigen belang. Ziektes stoppen namelijk niet aan landsgrenzen. Denk hierbij aan de eerder genoemde ernstige dreiging van antimicrobiële resistentie, maar ook de COVID-19 pandemie. Die kostte de Nederlandse economie naar schatting 65 miljard euro. Nederland committeerde zich aan de Sustainable Development Goal 3 over goede gezondheid uit internationale solidariteit, juist ook omdat mondiale gezondheidsbedreigingen ons raken.
Investeren in mondiale gezondheid gaat niet alleen over het tegengaan van risico’s voor de Nederlandse gezondheid en economie, maar ook over het creëren van kansen. De ODA-uitgaven aan mondiale gezondheid dragen namelijk bij aan de innovatieve infrastructuur in Nederland. Denk hierbij aan de investeringen in de publiek-private Product Development Partnerships (PDP’s), die ook op verzoek van de Kamer vernieuwd zijn.