Nadat het kabinet–Schoof afgelopen vrijdag haar regeerprogramma presenteerde, staat vandaag – Prinsjesdag – in het teken van de miljoenennota, met nieuwe bezuinigingen op ontwikkelingshulp. Wij roepen Kamerleden op om de bezuinigingen terug te draaien en juist te investeren om de Duurzame Ontwikkelingsdoelen te halen – voor een stabiele en gezonde wereld, voor Nederland en daarbuiten.
Helaas zien we dat de overheid opnieuw bezuinigt op ontwikkelingshulp (wij praten overigens over ontwikkelingssamenwerking want het is zeker geen eenrichtingsverkeer en gaat bovendien over doelen die we gezamenlijk nastreven in het belang van mondiaal welzijn en veiligheid). In plaats van te investeren in armoedebestrijding, gezondheidszorg, mensen- en arbeidsrechten, onderwijs en het aanpakken van klimaatrisico’s, lijkt het kabinet het budget voor ontwikkelingshulp vooral te zien als bron om andere begrotingsgaten mee te vullen.
Bezuiniging op bezuiniging op bezuiniging
Hieronder volgt een overzicht van het financiële kortwieken van het budget voor ontwikkelingshulp:
- Opeenvolgende kabinetten kozen ervoor om de kosten voor eerstejaarsopvang van asielzoekers te betalen met ontwikkelingsgeld. Rutte-IV sneed vorig jaar 3,4 miljard euro in het budget voor ontwikkelingssamenwerking en in april 2024 nog eens 800 miljoen euro.
- Het hoofdlijnenakkoord van mei dit jaar kondigde een reeks bezuinigingen aan: 300 miljoen euro in 2025, 500 miljoen euro in 2026 en 2,4 miljard euro per jaar vanaf 2027. Op geen enkele andere post wordt zoveel bezuinigd.
- Vorige week kwam het nieuws dat het kabinet breekt met de internationale afspraak (OESO-norm) dat landen 0,7% van hun bruto nationaal inkomen uitgeven aan ontwikkelingshulp. Nederland kwam de laatste jaren dichter in de buurt van de 0,7%, maar het huidige kabinet lijkt de koppeling tussen het bruto nationaal product en het ontwikkelingssamenwerkingsbudget los te laten, waarmee dit doel verder uit zicht raakt. Door deze afspraak bij het vuilnis te zetten worden honderden miljoenen euro’s nu níet ingezet om armoede en honger tegen te gaan, gezondheid te verbeteren en hulp te bieden bij rampen in landen waar mensen dit echt nodig hebben.
- En toen volgde afgelopen vrijdag het regeerprogramma. Daarin staat dat het kabinet het belang van het postennetwerk voor Nederland erkent en daarom de eerder aangekondigde bezuiniging van 22% hierop verlaagt naar 10%. Goed nieuws voor onze ambassades en consulaten. Helaas wordt een deel van de financiële dekking hiervoor gezocht bij het ministerie van Buitenlandse Zaken zelf, door te snijden in de officieel erkende financiering ontwikkelingssamenwerking (ODA).
Oftewel: bezuiniging op bezuiniging op bezuiniging. Het budget voor ontwikkelingssamenwerking wordt door deze regering consequent ingezet om gaten elders in de begroting te dichten. Daarmee gaat het regelrecht in tegen internationale afspraken om ook lage inkomenslanden te laten delen in onze economische groei om grote verschillen in welvaart te verkleinen. Verschillen die wij ook zelf veroorzaken door bijvoorbeeld een hoge CO2-uitstoot, waarvan de impact met name in lage inkomenslanden gevoeld wordt. De meest kwetsbaren wereldwijd worden dan ook geraakt. Bovendien ondermijnt het de Nederlandse invloed in het buitenland, schaadt het onze handelspositie en raakt het onze geopolitieke belangen.
Investeren in ontwikkelingssamenwerking is goed voor Nederland
Ontwikkelingssamenwerking heeft in de afgelopen decennia bijgedragen aan enorme verbeteringen in de wereld. Ook op het gebied van gezondheid. De kindersterfte nam af. De levensverwachting ging omhoog. En waar in 2010 slechts 23% van de mensen die leven met hiv toegang hadden tot levensreddende medicijnen, steeg dit percentage tot 75% in 2021 – mede dankzij Nederlandse investeringen in mondiale gezondheidsfondsen (zie onze infographic).
Bovendien is investeren in mondiale gezondheid, investeren in Nederland. Covid-19 en de recente uitbraak van mpox laten zien laat zien dat gezondheid geen grenzen kent. Ook in de toekomst zullen we te maken krijgen met grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen. De beste manier om de veiligheid van Nederlanders te garanderen is om deze bedreigingen bij de bron aan te pakken én te investeren in lange termijn-oplossingen, zoals het weerbaar maken van zorgsystemen wereldwijd zodat overheden snel en adequaat kunnen reageren op uitbraken van (infectie)ziekten.
Het huidige kabinetsbeleid blinkt uit in korte-termijndenken: de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp kondigde onlangs aan om 3 miljoen te investeren in de vaccinatiecampagne van de Wereldgezondheidsorganisatie om de mpox-uitbraak onder controle te krijgen. Dit is heel goed, maar levert onder de streep weinig op zonder lange termijn-investeringen in ontwikkelingssamenwerking, zoals weerbare zorgsystemen, en preventie en detectie, die aan de basis staan van de aanpak van infectieziekten. Ook de aangekondigde bezuiniging van 300 miljoen op publieke gezondheid, waaronder op binnenlandse pandemische paraatheid, is in die context kortzichtig en onverstandig. Dit zal namelijk ten koste gaan van net opgebouwde kennis, kunde en mankracht bij de GGD’en en het RIVM. Het kabinet gedraagt zich als een kapitein die een reddingsboei uitwerpt, maar het moederschip laat zinken.