Linda Mans & Corinne Hinlopen
Een artikel in de Volkskrant portretteert Nederlandse artsen en verpleegkundigen als een gewild exportproduct. Ik denk niet dat de Nederlandse arts uit onze kennissenkring zich ‘een exportproduct’ voelde, toen ze tien jaar geleden naar Noorwegen emigreerde om gynaecoloog te worden. Haar drijfveer: er waren geen opleidingsplekken in Nederland. In Noorwegen wel. Ze besloot er te blijven.
Redenen om in het buitenland nieuwe werkuitdaging te zoeken zijn er legio: werkloosheid ontvluchten, beter salaris, betere arbeidsomstandigheden, avontuur en – in het geval van medische beroepsgroepen – de mogelijkheid om je verder te specialiseren, zoals onze kennis. Soms gaan de mobiliteitsstromen overwegend het land uit, soms komen er netto meer mensen het land in. Vaststaat dat ook Nederland een station is in het mondiale verschijnsel arbeidsmobiliteit en –migratie. Ook als het om zorgverleners gaat.
Vergrijzing en de arbeidsmarkt
In de afgelopen jaren van economische crisis heeft de overheid vooral gedesinvesteerd in de zorg. Mensen moesten meer zelfredzaam worden, verpleeghuizen werden gesloten, en er kwamen minder handen aan het bed. Maar de situatie is aan het keren. De economie komt weer op stoom en de werkgelegenheid groeit. Daarnaast hebben we in Nederland te maken met steeds meer en steeds oudere mensen, evenals steeds meer chronische zieken. Dit zorgt voor een toegenomen vraag naar specialistische verpleegkundigen. Intussen wordt er op de Emigratiebeurs flink op los geworven naar medisch personeel voor over de grens, zoals ook de Volkskrant schrijft. Met andere woorden: de krapte op de arbeidsmarkt in de zorg zal verder toenemen. Dat moeten we toch niet laten gebeuren?
Doorleren en doorstromen
Wemos ziet meerdere oplossingen hiervoor. Allereerst: maak in alle beroepsgroepen betere ramingen van het aantal zorgverleners dat nodig is voor het leveren van goede, verantwoorde zorg. Maak een toekomstbestendige planning van beroepskrachten, leid voldoende zorgverleners op, blijf beroepskrachten motiveren voor werk in de zorg en behoud ze voor de arbeidsmarkt. VWS investeert hier al in middels het Plan Van Aanpak Langdurige Zorg, het Stagefonds, het Zorgpact (met OCW) en de Kwaliteitsimpuls Personeel Ziekenhuiszorg (met OCW en SZW). Dat zijn goede initiatieven. Maar ze moet vooral voor betrouwbaar beleid en budget zorgen, zodat ook het zorgveld zelf actiever wordt, meer investeert en mensen laat doorleren en doorstromen.
Ethische werving
Daarnaast moeten we ons afvragen of die actieve werving zoals op de Emigratiebeurs wel in lijn is met de mondiale gedragscode van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) voor ethische werving van gezondheidswerkers. Wemos heeft een belangrijke rol gespeeld in de totstandkoming van die Code. Deze richtlijn stimuleert landen om op een duurzame en verantwoorde manier de eigen (dreigende) personeelstekorten in de zorg op te lossen. Een van de voorstellen aan alle 194 WHO-lidstaten is dat we af moeten zien van actieve werving van zorgpersoneel uit landen waar tekorten zijn.
Ook voor Nederland van belang
We kunnen doen alsof de vrije mondiale arbeidsmarkt in de zorg zichzelf zal regelen – maar dat is niet zo. De rijkste landen bieden nu eenmaal het hoogste salaris en de beste arbeidsomstandigheden. Netto zullen meer mensen vertrekken uit gebieden waar tekorten zijn, als gevolg van slechte arbeidsvoorwaarden, lage salarissen, en gebrekkige toekomstperspectieven. Daarom blijft de WHO Code ook belangrijk voor Nederland en alle spelers die bij het maken en toepassen van zorgpersoneelsbeleid betrokken zijn. Dan hebben we in Nederland voldoende handen aan het bed en speelt de Emigratiebeurs alleen voor een klein aantal zorgavonturiers een ondersteunende rol.
Lees het artikel in de Volkskrant: ‘Zorgverlenen over de grens: riant salaris, lagere werkdruk en prima arbeidsvoorwaarden’ (11 februari 2017)