Q&A medicijnen voor iedereen
De toegang tot medicijnen staat onder druk. Nieuwe medicijnen worden steeds duurder, zonder dat farmaceuten duidelijk maken waarom. Dure medicijnen dreigen niet meer vergoed te kunnen worden en de hoge kosten leiden tot verdringing van andere zorg.
1. Door extreem hoge prijzen worden medicijnen ontoegankelijk voor patiënten
Voordat nieuwe medicijnen opgenomen worden in het basispakket van de zorgverzekering kijkt het Zorginstituut Nederland naar de prijs en gezondheidswinst van een medicijn. Als de prijs te hoog is voor de gezondheidswinst die het medicijn oplevert, kan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport besluiten het medicijn niet op te nemen in het basispakket. Dat gebeurde in 2023 voor het eerst. Minister Kuipers besloot drie medicijnen niet op te nemen in de basisverzekering. Als gevolg daarvan hebben patiënten met een specifieke vorm van borstkanker, patiënten met een zeldzame erfelijke stofwisselingsziekte en patiënten met een vorm van bloedkanker geen toegang tot deze geneesmiddelen. Zie dit artikel in het Financieel Dagblad.
2. Door extreem dure medicijnen blijft minder geld over voor andere zorg
Extreem dure medicijnen gaan ten koste van andere zorg. Euro’s die we uitgeven aan medicijnen kunnen we niet uitgeven aan zorgpersoneel, het openhouden van zorglocaties en andere zorg. Dit wordt ‘verdringing van zorg’ genoemd. Minister Kuipers erkent dit als een risico van nieuwe, dure geneesmiddelen. De stijgende kosten zijn niet langer vol te houden.
De regering moet zorgen voor eerlijke medicijnprijzen. Wij pleiten voor wet- en regelgeving voor transparantie over de kosten en prijsbepaling, en afspraken over de prijs als medicijnen met belastinggeld worden ontwikkeld.
1. Farmaceuten zijn niet transparant over hun kosten en hoe ze de prijs bepalen
Voordat nieuwe geneesmiddelen in Nederland op de markt komen, onderhandelen de overheid en de farmaceut over de prijs. De overheid weet niet welke prijzen andere landen betalen voor de geneesmiddelen. Ook geeft een farmaceut geen inzicht in de kosten die het bedrijf gemaakt heeft (bijvoorbeeld voor onderzoek en ontwikkeling) en hoe de vraagprijs tot stand is gekomen. Deze ongelijke informatiepositie maakt het voor de overheid erg moeilijk om een eerlijke prijs te bedingen. Dit leidt tot hogere prijzen dan rechtvaardig is. Ook kan het voorkomen dat een medicijn in het ene land wel beschikbaar is en vergoed wordt, en in het andere land niet.
2. Door monopolies bepalen farmaceuten zowel de prijs als het aanbod van hun product
Internationale wetgeving beloont innovaties van farmaceuten met een monopoliepositie in de vorm van een patent van 20 jaar. In al die jaren kunnen farmaceuten – geheel vrij van concurrentie – zowel de prijs als het aanbod van hun product bepalen. Hierdoor zijn nieuwe producten vaak erg duur en maken farmaceuten enorme winsten. Hoewel het belangrijk is om innovatie te belonen, biedt het huidige systeem van monopolies veel ruimte voor misbruik. Farmaceuten kunnen iedere prijs vragen die ze willen – zonder transparantie over de prijsopbouw. Of plotseling hun prijs verhogen. Bovendien draagt het bij aan de scheve machtsverhouding tussen de overheid en farmaceuten.
Om betaalbaarheid en toegankelijkheid van medicijnen te waarborgen kan de Nederlandse regering belangrijke stappen zetten:
1. Wet- en regelgeving invoeren die zorgt voor meer transparantie over de kosten en prijsbepaling van medicijnen.
Om de machtsverhouding tussen de overheid en farmaceuten recht te trekken, is meer transparantie nodig over de kosten van onderzoek en ontwikkeling (of research & development, R&D) en productie van individuele medicijnen. Dan kan de overheid een ‘cost-plus-model’ toepassen voor het bepalen van een eerlijke prijs. Dit model gaat uit van de daadwerkelijke kosten plus een redelijke winstmarge. Ook de kosten die gemaakt zijn voor onderzoek naar geneesmiddelen die uiteindelijk niet op de markt komen, worden hierin meegenomen. Zo worden de kosten van de farmaceut voldoende gedekt en krijgt de overheid meer grip op prijzen van medicijnen.
2. Voorwaarden verbinden aan publieke investeringen in medicijnen.
De Nederlandse overheid en andere overheden zijn grote financiers van geneesmiddelenonderzoek. Ongeveer 25-30% van al het onderzoek naar medicijnen wordt gefinancierd met belastinggeld door overheden wereldwijd. Door voorwaarden aan deze publieke financiering te stellen, bijvoorbeeld over transparantie en de hoogte van de prijs, kan de overheid op een heel directe manier invloed uitoefenen op de toegang en betaalbaarheid van geneesmiddelen.
Als voorbeeld: tijdens de Covid-19-pandemie investeerden overheden wereldwijd meer dan 93 miljard euro in coronavaccins en -medicatie. De Nederlandse overheid investeerde sinds maart 2020 ruim 917 miljoen euro in corona-onderzoek en coronavaccins. Toch waren farmaceuten helemaal vrij om zelf te bepalen wat de vraagprijs werd en op welke schaal ze werden geproduceerd.
Op verzoek van voormalig minister Bruins van Medische Zorg werkte de Nederlandse Federatie van Universiteiten (NFU) samen met kennisinstellingen, private en publieke partijen, aan de zogenaamde ‘Toolkit Maatschappelijk Verantwoord Licentiëren’. Deze toolkit, die in 2020 aan het ministerie van VWS werd gepresenteerd, bevat verschillende juridische clausules die universiteiten kunnen gebruiken wanneer zij licentieovereenkomsten sluiten met bedrijven, zoals farmaceuten. Helaas houdt de toolkit nog te weinig rekening met transparantie van kostenopbouw en verantwoorde prijsstellingen van toekomstige geneesmiddelen. Lees meer.
In het coalitieakkoord van Rutte IV staat: “We vergroten de grip op stijgende zorgkosten van dure genees- en hulpmiddelen en willen dat deze tegen een eerlijke prijs op de markt komen. We zetten in op transparantie in prijsopbouw en -onderhandeling mede door Europese samenwerking.”
De demissionaire regering erkent dus de druk die dure geneesmiddelen leggen op ons zorgbudget en dat hier wat aan gedaan moet worden. De inzet op transparantie in prijsopbouw en prijsonderhandelingen is in lijn met verschillende oproepen van Wemos. Helaas hebben deze voornemens zich nog niet vertaald in nieuwe wet- of regelgeving. Daarom roepen wij het demissionaire kabinet op: maak je belofte alsnog waar. Zorg dat Nederland een eerlijke prijs voor geneesmiddelen betaalt. Maak werk van een wetsvoorstel dat transparantie van prijzen en onderzoeks- en ontwikkelingskosten afdwingt.
Met ons team van experts en met partners van over de hele wereld beïnvloeden we beleid en brengen we zo structurele veranderingen in gang. Wij analyseren onderliggende oorzaken van ongelijkheid in gezondheid, presenteren oplossingen en roepen op tot actie. Wij spreken bijvoorbeeld met ambtenaren, Kamerleden, de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en partnerorganisaties over oplossingen om toegang tot medicijnen te waarborgen.
Wij geven input aan Kamerleden voorafgaand aan relevante debatten. Dit leidt er geregeld toe dat dat ‘onze’ vragen gesteld worden in de Kamer. Bovendien heeft onze input meermaals geleid tot moties in de richting van een eerlijker systeem voor medicijnontwikkeling en medicijnprijzen. Bijvoorbeeld deze motie over transparantie over kosten en winsten van medicijnen, en deze motie over voorwaarden aan publiek gefinancierd onderzoek naar medicijnen.
Wij delen kennis en informatie over relevante (inter)nationale ontwikkelingen met beleidsmakers, zodat zij op de hoogte zijn van de belangrijkste ontwikkelingen én kansen. Ook delen we deze kennis met organisaties in andere landen. Daarmee kunnen zij druk uitoefenen op hun overheden en Europese beleidsmakers.
Daarnaast proberen wij het publiek zo veel mogelijk te informeren over actualiteiten rondom geneesmiddelenbeleid. Bijvoorbeeld door opiniestukken te schrijven. En via events, zoals het verkiezingsdebat over geneesmiddelenbeleid dat wij voorafgaand aan de provinciale verkiezingen organiseerden in De Balie.
Op internationaal gebied hebben wij, samen met partnerorganisaties, een belangrijke bijdrage geleverd aan de realisatie en evaluatie van de Covid-19 Technology Access Pool (C-TAP). Dit is een initiatief van de WHO met als doel om kennis en kunde te delen voor medische producten tegen Covid-19. Hierdoor kunnen meerdere producenten in staat worden gesteld om deze producten te maken, waardoor tekorten worden voorkomen.
Nieuwe dure geneesmiddelen vallen vaak in de categorie cel- en gentherapieën. De belofte van deze nieuwe generatie geneesmiddelen is dat deze maar eenmalig toegediend hoeven te worden om een ziekte te bestrijden. Deze geneesmiddelen kosten honderdduizenden of zelfs miljoenen euro’s. Met een prijs van ruim 1,9 miljoen euro is het middel Zolgensma tegen de erfelijke spierziekte spinale musculaire atrofie (SMA) een van de duurste medicijnen ter wereld. Een ander voorbeeld van een duur geneesmiddel is Yescarta, dat gebruikt wordt tegen, onder andere, een vorm van bloedkanker. De prijs waarmee de farmaceut de onderhandelingen startte met de overheid is 327.000 euro per patiënt per jaar. De uiteindelijke prijs (na de onderhandelingen) is geheim.
Er zijn ook geneesmiddelen die per patiënt per jaar minder duur zijn, maar een zeer grote impact op het zorgbudget hebben omdat veel mensen ze gebruiken. Een voorbeeld hiervan is Adalimumab (merknaam Humira) dat wordt gebruikt door patiënten met reumatoïde artritis. In Nederland kostte Humira tussen 2004 en 2020 ongeveer 460 euro per injectie en zorgde in die periode voor een omzet van 2,37 miljard euro. Na aftrek van alle kosten voor onderzoek, ontwikkeling, marketing en productie en een ‘redelijke’ winstmarge van 25% van de totale omzet, bleef er nog een onverklaarbaar hoge winst over van 1,2 miljard, alleen voor Nederland. Wereldwijd bedroeg de omzet zo’n 150 miljard euro. Toen het patent op Humira afliep, verlaagde de farmaceut (AbbVie) de prijs met ongeveer 80%.
Omdat Farma ter Verantwoording deze overmatige winst als excessief beschouwt, is het een rechtszaak aangespannen tegen AbbVie. Wemos steunt Farma ter Verantwoording in deze rechtszaak omdat het van mening is dat excessieve prijzen als deze de zorg verdringen, waardoor andere noodzakelijke uitgaven niet mogelijk zijn.
Nee, wij zijn er natuurlijk niet tegen dat farmaceutische bedrijven winst maken. We vinden echter wel dat de winst redelijk en te onderbouwen moet zijn. De prijsstelling moet eerlijk zijn en mag betaalbaarheid en toegankelijkheid van medicijnen niet in de weg zitten.
Gezondheid is een fundamentele levensbehoefte en mensenrecht. Het publieke belang van gezondheid moet altijd voorrang krijgen op commerciële belangen. Farmaceuten moeten mensenrechten respecteren en naleven. Dat betekent dat farmaceuten bij het bepalen van prijzen ervoor moeten zorgen dat de toegang tot zorg en medicijnen niet in het gedrang komt. En de overheid moet alle nodige maatregelen nemen om naleving van mensenrechten door farmaceuten te waarborgen.
Bedrijven verantwoorden de hoge prijzen vaak met het argument dat de ontwikkelingskosten moeten worden terugverdiend. Echter weten we vrijwel nooit hoe hoog die ontwikkelingskosten zijn en of deze kosten de prijs verantwoorden. Wel weten we dat de farmaceutische industrie een van de meest winstgevende industrieën is. Onder andere uit onderzoek van SOMO uit 2020 blijkt dat het grootste deel van de winsten die farmaceutische bedrijven maken, wordt uitgekeerd aan aandeelhouders en dus niet wordt besteed aan de ontwikkeling van nieuwe medicijnen.
Als voorbeeld: in de rechtszaak tegen farmaceut AbbVie voor het maken van buitensporige winsten op het reumamedicijn Humira, heeft Farma ter Verantwoording laten berekenen dat het bedrijf met de gemaakte winsten 9 tot 20 nieuwe medicijnen had kunnen ontwikkelen. In werkelijkheid heeft het daarmee slechts 6 nieuwe medicijnen ontwikkeld.
Nee, zeker niet. Alle landen in de wereld hebben te maken met dit probleem. Door de financiële kwetsbaarheid van veel zorgstelsels in lage- en middeninkomenslanden is de impact van hoge medicijnprijzen daar nog veel groter. Concreet betekent dit dat dure medicijnen daar helemaal niet beschikbaar zijn, of alleen in private ziekenhuizen. Vaak zijn ziekenhuizen in deze landen (deels) afhankelijk van donaties van hoge-inkomenslanden. Tijdens de Covid-19-pandemie waren lage- en middeninkomenslanden voor vaccins vrijwel geheel afhankelijk van donaties. Mensen in deze landen moesten daardoor heel lang wachten op bescherming, wat leidde tot veel onnodig leed.
Wemos pleit voor structurele beleidsmaatregelen die ervoor zorgen dat lage- en middeninkomenslanden zelfstandig en zelfredzaam zijn als het gaat om de productie van en toegang tot geneesmiddelen. Hiervoor is het onder andere van groot belang dat farmaceutische bedrijven – die met name in hoge-inkomenslanden zijn gevestigd – het intellectueel eigendom en de kennis delen die nodig zijn voor de productie van medicijnen. Ook hierover kunnen overheden harde afspraken maken met bedrijven als de ontwikkeling van medicijnen wordt gefinancierd met belastinggeld.
De afgelopen tijd zijn er veel berichten in het nieuws over medicijntekorten in Nederland. Dit betreft met name zogenaamde generieke medicijnen. Dat zijn al langer bestaande medicijnen waarop geen patent (meer) zit. Deze zijn meestal verkrijgbaar via de openbare apotheek. In onze campagne hebben we het over dure nieuwe geneesmiddelen met een patent, die worden voorgeschreven in het ziekenhuis.
De tekorten aan generieke geneesmiddelen zijn een ander probleem, met andere oorzaken. Doordat Nederland (te) lage prijzen betaalt voor bepaalde generieke medicijnen en de medicijnproductie vaak beperkt is tot slechts enkele producenten, is de levering erg kwetsbaar en kunnen er medicijntekorten ontstaan.
Ook dit is een belangrijk probleem voor de toegang tot medicijnen, maar het betreft een andere fout in het systeem dan waar onze campagne over gaat. Wij richten ons in deze campagne op de problemen die ontstaan door te hoge prijzen voor nieuwe medicijnen. De overeenkomst tussen de twee problemen is dat er geen eerlijke prijs wordt betaald. Wemos vindt dat er niet te veel moet worden betaald, maar ook niet te weinig.
Heb je een andere vraag?
"*" geeft vereiste velden aan