Vragen en antwoorden over het pandemieverdrag en de Internationale Gezondheidsregeling

17/5/2024 - Blog

De Covid-19 pandemie heeft duidelijk gemaakt dat landen zich niet zelfstandig kunnen weren tegen internationale gezondheidsdreigingen. Daarom wordt er al enige tijd gesproken over internationale afspraken in de vorm van een pandemieverdrag. Daarover bestaan veel misvattingen. Onderstaande vragen en antwoorden zijn bedoeld om helderheid te scheppen in de processen rond het pandemieverdrag en de herziening van de zogenaamde internationale gezondheidsregeling.

Waarom zijn internationale afspraken op het gebied van grensoverschrijdende gezondheidsdreigingen belangrijk voor Nederland? 

Hoewel de Covid-19 pandemie in 2024 weinig aandacht meer krijgt, waren de gevolgen van de pandemie groot. In Nederland overleden 50.000 mensen aan Covid-19. Wereldwijd stierven meer dan 7 miljoen mensen. Ook de gevolgen voor de economie waren fors: het kostte Nederland 65 miljard euro aan BBP. Met daarnaast een enorme maatschappelijke schade. Tijdens de pandemie probeerden overheden de bedreigingen voor de gezondheid van hun burgers zoveel mogelijk te beperken. Hun aanpak was echter veelal ongecoördineerd, wat onder andere leidde tot extreem ongelijke wereldwijde toegang tot vaccins en andere medische producten. Terwijl diverse rijke landen een overschot aan vaccins inkochten, bleven andere landen afhankelijk van donaties, met grote gezondheidsrisico’s voor hun burgers tot gevolg. Deze risico’s waren ook gevaarlijk voor Nederlandse burgers, omdat het virus zich in andere landen kon blijven muteren.

Om de fouten die zijn gemaakt tijdens de Covid-19-pandemie te voorkomen en beter voorbereid te zijn op toekomstige pandemieën, is een nieuwe internationale overeenkomst cruciaal. Zonder zo’n overeenkomst zijn we bij een volgende pandemie opnieuw overgeleverd aan de grillen van andere landen voor de export van medische producten en de keuzes van farmaceutische bedrijven ten aanzien van prijs en distributie van levensreddende producten. Daarom wordt er nu gesproken over afspraken over de inkoop van pandemische producten om grootschalige opkoop door enkele landen, die leiden tot tekorten elders, te voorkomen.

Bovendien zijn afspraken nodig over preventie en surveillance, zodat we toekomstige pandemieën sneller kunnen ontdekken en mogelijk kunnen voorkomen. Dit gaat bijvoorbeeld over het inzetten van ‘one health’ principes, waarbij het uitgangspunt is dat dat de gezondheid van de mens onlosmakelijk verweven is met de gezondheid van dieren en van de leefomgevingen. Dit kan de kans op nieuwe zoönosen (ziektes die overslaan van mens op dier) verkleinen.

Voor Nederland zijn afspraken bijvoorbeeld belangrijk omdat wij zelf niet de productiecapaciteit en de grondstoffen hebben om de medische producten te produceren die nodig zijn in een pandemie. Ook voor het verkrijgen van essentiële informatie over het virus (zowel genetische informatie als andere aan gezondheid gerelateerde data) zijn we afhankelijk van de bereidheid van andere landen om die te delen. Door dit soort zaken vooraf goed te regelen in robuuste internationale afspraken zijn we, ook in Nederland, minder afhankelijk van de willekeur van andere landen. En daarmee beter voorbereid op toekomstige gezondheidsbedreigingen.

Wat is het pandemieverdrag (ook wel bekend als pandemisch akkoord of pandemie-instrument)? 

In 2021, midden in de Covid-19-pandemie, besloten de lidstaten van de Wereldgezondheidsorganisatie, waaronder Nederland, samen te werken aan een verdrag om beter voorbereid te zijn op toekomstige pandemieën of grootschalige uitbraken van besmettelijke ziekten. In het verdrag moesten afspraken komen over paraatheid, preventie en respons.

Sindsdien komen de lidstaten – de overheden van individuele landen – regelmatig virtueel en persoonlijk bijeen in de zogenaamde ‘intergovernmental negotiating body’ (intergouvernementeel onderhandelingsorgaan), afgekort als de INB. Binnen de INB onderhandelen zij over de inhoud van het verdrag. Enkele belangrijke elementen die worden besproken, zijn maatregelen om nieuwe epidemieën te voorkomen, de vereisten voor een rechtvaardige verdeling van vaccins, de financiering voor het versterken van gezondheidssystemen in lage-inkomenslanden en het delen van data over ziekteverwekkers en genomische sequenties (dit is de genetische blauwdruk van een virus of bacterie, die essentieel is voor het snel opsporen van en reageren op opkomende ziektebedreigingen tijdens pandemieën).

Op verschillende momenten zijn conceptteksten gepresenteerd waarop lidstaten hun reactie konden geven. De lidstaten onderhandelden hierover tijdens negen sessies van de INB. Tussen deze sessies door vonden zogeheten informele gesprekken plaats tussen lidstaten met als doel om op de verschillende onderwerpen dichter bij elkaar te komen. Ook maatschappelijke organisaties en anderen konden op verschillende momenten hun input geven, hoewel dit proces niet altijd duidelijk en transparant was. Wemos heeft op verschillende momenten de nieuwe teksten kritisch onder de loep genomen:

Naar verwachting zal de INB de definitieve tekst van het verdrag voorleggen aan de 77ste vergadering van de Wereldgezondheidsorganisatie (de ‘World Health Assembly’, afgekort als WHA) in mei 2024. Tijdens dit overleg beslissen de lidstaten of ze het verdrag aannemen. In principe proberen de lidstaten dit via consensus te doen (unanieme instemming). Als dat niet lukt, kan het verdrag met een twee derde meerderheid worden aangenomen. Daarna moet het verdrag in ieder land nog geratificeerd worden.

Wat is de Internationale Gezondheidsregeling?

De Internationale Gezondheidsregeling (ook wel afgekort als IGR) is een internationaal instrument dat is bedoeld om de internationale gemeenschap te helpen bij het voorkomen van en reageren op acute, grensoverschrijdende risico’s voor de volksgezondheid. De IGR is een doorontwikkeling van de Internationale Sanitaire Regeling die de (toen net opgerichte) Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in 1951 aannam. De regeling is meerdere keren herzien. De laatste herziening werd tijdens de 58ste WHA in 2005 door de lidstaten goedgekeurd. De regeling uit 2005 bevat rechten en plichten voor landen, waaronder de verplichting om gebeurtenissen op het gebied van de volksgezondheid te melden. De regeling is juridisch bindend voor de 194 WHO-lidstaten.

De WHO-lidstaten werken momenteel aan een herziening van de regeling uit 2005. Het doel is om het aan te passen aan de actuele uitdagingen rond volksgezondheid en daarin de lessen uit de Covid-19-pandemie mee te nemen. Aangezien de Internationale Gezondheidsregeling een bestaande regeling is, kunnen de wijzigingen op de 77ste WHA in mei 2024 worden aangenomen en is er niet opnieuw ratificatie door nationale overheden nodig.

Wat is het verschil tussen het pandemieverdrag en de Internationale Gezondheidsregeling? 

De ontwikkeling van het pandemieverdrag en de herziening van de Internationale Gezondheidsregeling zijn twee afzonderlijke processen. Beide hebben tot doel de wereldwijde gezondheid en paraatheid te versterken op basis van de ervaringen met de Covid-19-pandemie. Hieronder de verschillen.

De herziening van de Internationale Gezondheidsregeling: 

  • Is een actualisatie van het bestaande juridische kader van de WHO-regeling.
  • De huidige regeling uit 2005 is voornamelijk gericht op bedreigingen voor de volksgezondheid in brede zin waaronder uitbraken van besmettelijke ziekten. De herziening heeft als doel om processen voor vroegsignalering, beoordeling, reactie en rapportage van mogelijke grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen van landen te verbeteren.
  • Integreert de lessen van de Covid-19-pandemie en andere opkomende gezondheidsbedreigingen zoals antimicrobiële resistentie om de regeling effectiever te maken.

De ontwikkeling van het pandemieverdrag: 

  • Betekent de totstandkoming van een nieuw internationaal instrument om de preventie van, paraatheid voor en reactie op pandemieën te verbeteren. Tijdens de Covid-19-pandemie bleken de afspraken in de Internationale Gezondheidsregeling onvoldoende handvatten te bevatten om effectief te reageren op de situatie waarin de wereld zich toen bevond. Dit leidde bij lidstaten tot de wens om een nieuw instrument te ontwikkelen dat zich specifiek richt op toekomstige wereldwijde pandemieën en niet alleen op gezondheidsbedreigingen met grensoverschrijdend potentieel.
  • Heeft als doel om afspraken tussen landen te maken die zorgen voor betere wereldwijde coördinatie en een eerlijkere verdeling van kennis, technologie en middelen tijdens toekomstige pandemieën.
  • Richt zich specifiek op pandemieën.
  • Staat als proces los van – en is complementair aan – de Internationale Gezondheidsregeling.

 

Wat is de rol van de Wereldgezondheidsorganisatie bij deze processen? 

Het waren de lidstaten van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waaronder Nederland als één van de initiatiefnemers – die in 2021 besloten om te werken aan een verdrag voor betere pandemische paraatheid, preventie en respons. Zij besloten tevens om de bestaande Internationale Gezondheidsregeling te actualiseren op basis van de lessen uit de Covid-19-pandemie. De WHO faciliteert en ondersteunt beide processen. De lidstaten leiden de processen en zij beslissen tijdens de WHA in mei 2024 over het al dan niet aannemen van het pandemieverdrag en de wijzigingen in de Internationale Gezondheidsregeling. Het pandemieverdrag wordt vervolgens aan nationale parlementen voorgelegd. In Nederland zullen de Eerste en de Tweede Kamer hier dus ook over stemmen. 

Wat betekent het als Nederland een handtekening onder het pandemieverdrag zet?

Als de lidstaten het pandemieverdrag aannemen tijdens de WHA betekent dit dat zij zich in meer of mindere mate kunnen vinden in de inhoud van het verdrag en dat zij het belangrijk vinden om de gemaakte afspraken uit te voeren. Door te ondertekenen committeert Nederland zich aan de afspraken in het verdrag, het moet dan nog wel door het nationale parlement geratificeerd worden.

In artikel 24, subclausule 3, van de voorgestelde tekst voor het pandemieverdrag wordt expliciet vastgelegd dat niets in het akkoord het WHO-secretariaat, inclusief de directeur, enige bevoegdheid verleent om de nationale en/of binnenlandse wetgeving of het beleid van de deelnemende landen te sturen, bevelen te geven, te wijzigen of anderszins voor te schrijven. Besluiten en regie over lockdowns, vaccinatie strategieën, reisverboden etc. blijven bij nationale regeringen en parlementen, zoals voorheen ook het geval was.

Hoe ziet een rechtvaardig pandemieverdrag er volgens Wemos uit? 

Een rechtvaardig pandemieverdrag garandeert alle landen, ongeacht hun economische status, een eerlijke en betaalbare toegang tot essentiële medische producten en technologieën, en voorziet in een financieringsmechanisme dat alle landen in staat stelt om de afspraken uit het verdrag uit te voeren. Voor Wemos betekent dit dat rijkere landen toezeggen bij te dragen aan een rechtvaardig en adequaat financieringsmechanisme, en dat farmaceutische bedrijven afzien van intellectuele-eigendomsrechten om de overdracht van kennis en technologie te vergemakkelijken en om de wereldwijde productie en distributie van vaccins, diagnostische- en andere medische producten mogelijk te maken.

Een rechtvaardig pandemieverdrag geeft bovendien prioriteit aan de behoeften van kwetsbare bevolkingsgroepen en zorgt ervoor dat landen met lage inkomens niet achter in de rij staan bij de verdeling van vaccins en andere producten. Bovendien zou de productie van levensreddende medische producten zich niet in rijke landen moeten concentreren, maar beter verdeeld moeten worden over de continenten. Het verdrag zou robuuste kaders voor mondiale samenwerking en transparante besluitvormingsprocessen moeten bevatten om al deze afspraken na te komen.

 

Foto: Jeyaratnam Caniceus via Pixabay

Ontvang onze nieuwsbrief

  • instagram
  • linkedin
  • youtube