Renée de Jong & Linda Mans
Circulaire economie is een mooi streven. Maar is het gezond? De overheid moet zorgen voor recycled plastic dat onze gezondheid niet schaadt.
Met belangstelling volgden we het Algemeen Overleg Circulaire Economie in de Tweede Kamer op 15 maart. De discussie ging vooral over de invoertermijn voor statiegeld: de regering wil er nog twee jaar mee wachten en zo bedrijven armslag geven om plastic zwerfaval te verminderen. Over een succesvolle bedrijfslobby gesproken.
Wat ons betreft zou er nog een andere discussie gevoerd moeten worden, namelijk over de mogelijke gezondheidsschade van het ophopende plastic. In dat plastic – van voedselverpakkingen tot speelgoed en meubels – zitten namelijk stoffen die hormoonverstorend kunnen werken. Blootstelling aan die stoffen kan het risico op bijvoorbeeld onvruchtbaarheid en bepaalde soorten kanker verhogen.
De discussie over mogelijke gezondheidsschade van plastic prut hebben we – tot onze groeiende verbazing – nog nergens in de politieke discussies gehoord. En dat is raar, nu de overheid toch aan het circuleren is geslagen en hergebruik van plastic wil stimuleren.
Circulaire economie gaat ervan uit dat producten zo ontworpen worden dat de verschillende materialen bij hergebruik makkelijk te scheiden zijn. Voor een gezonde circulaire economie is safe by design wezenlijk. Wat er niet in zit, hoeft er ook niet uit.
We zien voor de overheid de schone taak om een plan te maken waarmee we schadelijke en hormoonverstorende stoffen kunnen weren uit de circulaire economie, zodat we alleen plastics toelaten die veilig in gebruik en recyclebaar zijn.
Wat dat recyclede plastic dat we nu hebben betreft: het is geschikt voor bermpaaltjes, maar niet voor voedselverpakkingen waar juist enorm veel plastic voor nodig is. Omdat er slechts een beperkt aantal veilige toepassingen zijn voor gerecycled plastic, blijft de vraag laag.
Daarom is het van groot belang dat bedrijven zich ervoor inspannen om gerecycled plastic te ontwikkelen dat vrij van schadelijke stoffen is én gebruikt kan worden voor al die producten die nu uit potentieel hormoonverstorend plastic bestaan.
Laten we dus de producent verantwoordelijk en aansprakelijk maken voor wat hij op de markt brengt. Dat stimuleert om geproduceerd ‘plastic prut’ terug te nemen en het als waardevolle bouwstof in te zetten en te hergebruiken. Een stap verder naar een circulaire economie en een zorg en ergernis minder voor de consument.
Ontvang onze nieuwsbrief
